Ik stel voor dat je even gaat zitten. Ja? Klaar? … Ik ben ‘al’ drie jaar single. Ja, je leest het goed. Drie jaar, single. En dat valt volgens sommigen buiten het gewenste levenspatroon.
Want van jongs af aan wordt het erin gedrild. De constante vraag aan kleine Aster op wie die verliefd is. Of ik dat wel zou aandoen, want dat gaat de jongens afschrikken. En dat discotheken niet alleen voor het plezier zijn, maar vooral een spotplek voor nieuwe prooien.
En daar probeer je aan te voldoen. Want bij de volgende familiezitting wil je niet weer de vraag krijgen of je nog geen lief hebt. Met sociale druk op mijn schouders ging ik na elke afgelopen relatie op zoek naar iemand nieuw. Ander en beter, omdat we zo nodig een lief langs onze zijde moeten hebben.
Zelfs in een werkomgeving blijkt het van belang. Collega’s vonden het een paar jaar geleden cruciaal om te vermelden dat de sollicitant in een lange relatie zat. Want dat maakte haar betrouwbaar. Dus singles zijn dat dan minder? Okay dan…
En dat alles maakt dus dat ik een goed jaar geleden volop aan het daten was. Ik noemde mezelf dan ook toepasselijk ‘datehoer’. In Berlijn flikte ik eens 5 dates, met 3 verschillende mensen, op een week tijd. Hier deed ik het wel wat rustiger aan, ik ga trouwens nooit met twee personen tegelijk uit. Hoewel dat óók van me verwacht wordt; biseksueel zijnde met mijn twee walletjes (om alles nog eens extra binair te maken). En hoe kan dat nu, Aster? Je hebt zelfs meer keuze en dan nog geen lief.
Iemand noemde het onlangs het Jani-syndroom. Iedereen wordt gepusht richting een relatie, een lief, een levensverwant. Koppelaars vind je in vrienden, familieleden, apps, social media, televisieprogramma’s. Want iedereen moet een lief, punt.
Uit het andere kamp hoor ik dan ‘happy single’ komen. Wat nog eens extra benadrukt dat wij singles normaal gezien helemaal niet happy zijn. Dat wij doorgaans in een godvergeten hoekje zitten te snikken. Wachtend op dat lief op een wit paard.
Dus stop alsjeblieft met singles in een niet-gelukkig-hokje te stoppen. Wij hebben geen lief, nou en. Ikzelf ben gestopt met het vele daten, want ik please liever mijn eigen behoeftes dan toe te geven aan het Jani-syndroom. En daten doe ik enkel met mensen die ik écht de moeite waard vind. Ja, met jou daar. Je weet wie je bent.
P.S.: Soms mis ik het knuffelen wel een beetje. Maar dat blijft tussen ons.