Bedtijd. Terwijl ik me uitkleed, voel ik de drang om mij voor mijn fototoestel te zetten. Dat staat al een aantal maanden op een statief te schitteren in mijn kamer, klaar om op eender welk moment in actie te schieten. De reservebatterij netjes opgeladen. Mijn broek hangt op mijn enkels, mijn steunkousen ergens halverwege mijn knieën. Ik stel de timer in en schuifel moeizaam richting een ingebeelde X op de grond. Ja, op deze manier maak ik het mezelf niet makkelijk. Maar om de één of andere reden zit ik in deze flow. De flow met een grote kans op bakkes-tegen-de-grond, eentje waarvan ik foto’s ga maken in ondergoed dat niet bij elkaar past.
Achteraf vraag ik mezelf af wat ik met die portretten ga aanvangen. Geen idee. Ik bekijk ze niet eens en kruip in mijn bed.
Door mijn hoofd spoken andere scenarios waarin ik naar mijn fototoestel of de camera-applicatie van mijn smartphone greep. En dan heb ik het niet meteen over de alom bekende selfie. Maar wel wanneer mijn haar perfect blijkt te liggen, een half uur voor ik naar mijn vrienden vertrek of simpelweg een moment waarop ik me goed in mijn vel voel.
Mijn brein blijft zoeken. Het herinnert zich ook moeiteloos de foto’s van die ochtend, net nadat mijn aanrander de deur uit was. Haar in de war, wallen paars-roze gekleurd van uitgelopen mascara, verslagen en verwarde gezichtsuitdrukking. Of die keer dat mijn toenmalig lief me kalmeringspillen had toegestopt nadat ik nonstop hysterisch in tranen bleef uitbarsten door de gruwelijke dingen die hij had verteld en uitgespookt. Met blik op oneindig, gevoelloos, zonder enige sprankel van ontroering keek ik naar de blijkbaar emotionele finale van Callboys op mijn laptop. Een zombie. Klik.
Ik zet al deze situaties nog eens op een rijtje. De ene al crucialer of luchtiger dan de andere. De enige gemene deler die ik zie is ‘het moment’. Het me eigen maken van de situatie, het moment grijpen. Voor even de controle terug in handen nemen en mezelf letterlijk weer in de spotlight zetten. De kracht oproepen, er voor even staan en voet bij stuk blijven houden. Of weer faliekant op mijn gat vallen. Maar dat moment, dat ene moment, is van mij.